Citaten: ‘Lijden en in het bijzonder rouw hebben als proces veel gemeen met het scheppingsproces zoals Marcel dat in de loop van de Recherche ontdekt. Moeten we omgekeerd dan ook zeggen dat het scheppingsproces bij Proust au fond een rouwproces is? […]
Het verdriet om het vertrek van Albertine brengt dus een stroom onbewuste herinneringen op gang. Daar ligt een eerste belangrijke verwantschap met literaire creativiteit. Bij Proust zijn deze onbewuste herinneringen - gewaarwordingen, handelingen die een geheel van herinneringen weer tot leven brengen - het materiaal bij uitstek waar de schrijver uit kan putten. Toch is het bij lange na niet voldoende om dergelijke herinneringen te beleven. De schrijver ondergaat niet alleen zulke impressies, maar vervolgens moet hij ermee aan het werk gaan. Hij interpreteert ze, analyseert ze, zoekt er de essentie van, en transponeert ze in het kunstwerk. In het verdriet om Albertine's vertrek is van een verwerking nog weinig te merken. Die verwerking begint echter wel als Albertine niet alleen vertrokken, maar ook omgekomen blijkt te zijn. Het rouwproces dat dan begint doet ligt dicht tegen het scheppingsproces aan.’
Personalia: Annelies Schulte Nordholt doceert moderne en hedendaagse Franse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Zij publiceert regelmatig over Maurice Blanchot, Marcel Proust en over de Frans-joodse literatuur van na de oorlog. Over Proust verscheen van haar hand Le moi créateur dans A la recherche du temps perdu (Parijs, L’Harmattan, 2002). Zij is redactielid van Marcel Proust Aujourd’hui en momenteel voorzitter van de Nederlandse Marcel Proust Vereniging. Voor meer informatie en emailadres zie https://www.universiteitleiden.nl/en/staffmembers/annelies-schulte-nordholt#tab-1